Maandelijks archief: januari 2018

Dokter, dokter

How not to.

1. Vertrek te laat naar de dokter zodat je je onderweg goed kan opjagen.

2. Vergeet je boekje van Kind en Gezin, zodat je één straat terug moet, de koets weer naar binnen moet sjouwen en nog snel de trap moet oprennen.

3. Loop onderweg nog eens verkeerd, denk “Ik zal wel ongeveer op dezelfde plek uitkomen” en beland in een (mooi!) doodlopend straatje, waardoor je uiteindelijk toch op je stappen moet terugkeren en nog een pak meer tijd verliest.

4. Heb het veel te warm. Zweet. Vraag je constant af of de baby wel ok is, onder die laagjes. Vraag je af of de dokter straks je zweet zou ruiken.

5. Vraag je baby om het op een erbarmelijk krijsen te zetten zodra je bij de dokter bent. Maak het nog raarder door je kind niet meteen te kunnen troosten en haar zo ongemakkelijk bij je te pakken dat de dokter zich waarschijnlijk afvraagt of jij wel de echte moeder bent of iemand die voor het eerst in haar leven een baby van dichtbij ziet.

6. Val helemaal door de mand wanneer de dokter vraagt of je een propere luier bij je hebt (ja!) en ook doekjes (… nee. De luiertas zou morgen toekomen, dan ga ik alles netjes bij me hebben. Dit is écht mijn baby waar ik al een maand voor zorg, echte waarheid.)

7. Hoor de dokter zeggen dat alles qua hart, longen, gewicht en groei perfect is maar spits vooral je oren wanneer ze praat over dingen die beter zouden kunnen, zoals haar luieruitslag en buikkrampen. Laat de tranen in je ogen springen bij het idee dat je je kind niet perfect aan het verzorgen bent en ze dus de hele dag lang geweldig afziet door jouw egoïstische schuld.

8. Doe je uiterste best om je tranen te verbergen en trek daarbij zo’n onnatuurlijk gezicht dat de dokter zich nu niet alleen afvraagt of je een kidnapper bent, maar daarnaast of jij misschien ook last hebt van pijnlijke krampjes.

9. Haast je naar huis om nog op tijd langs de apotheek te kunnen. Geef de baby meteen eten. Strek je pijnlijke rug en benen en besef dat je sowieso al twijfelachtige conditie nu echt zo goed als weg is.

10. Gooi je gloednieuwe anti-kramp-druppeltjes per ongeluk mee weg met een lege doos koekjes en vis ze de dag erna, na lang vruchteloos zoeken en de gouden tip van je echtgenoot, uit de vuilbak.

Voila. Meer is het eigenlijk niet.

Getagged

Wish list

Intussen is onze nieuwe huisgenoot er al een slordige maand. Ik zei op voorhand vaak dat ik goed wist dat ik geen idee had hoe het zou zijn, zo’n leven met baby. Vier weken in heb ik bepaalde bedenkingen en kan ik aanstormende moeders van harte het volgende toewensen:

  • een saaie zwangerschap, met klachten zo banaal dat zelfs geïnteresseerde mensen mét kinderen er hun schouders bij ophalen wegens een te hoog tjsa-gehalte. In dezelfde context een nog saaiere bevalling, waarbij medisch helemaal niets bijzonders gebeurt (buiten de Terbuiklegging van de Bijzondere Baby zelf, uiteraard).
  • Een gezonde portie geheugenverlies (zie: bevalling, slechte nachten). Vergeet gerust ook andere dingen. Je hebt nu het perfecte excuus.
  • creativiteit. Elke babysituatie is nieuw en vraagt om super voor de hand liggende (“We gebruiken vanaf nu dat merk luiercrème en niet meer dat”) of complexere oplossingen (“Ah, heeft ze de verzorgingstafel weer…? Ja, als ik een Jackson Pollockske voel aankomen, dan houd ik haar benen zo, de oude luier daar en de nieuwe hier en houd ik de tetradoek zo. Dan hoef je je eigen kleren, pantoffels en het gordijn nadien niet in de was te steken. Aanrader!”)
  • het talent om te eten, je aan te kleden, te typen, te bellen, op te ruimen, post te openen en ga zo maar door met één hand/arm. Ja, draagzakken bestaan, ik weet, maar die gebruik je geen 24/7. Verder ook stevige biceps en lenige polsen.
  • het wiskundig fysicaal wetenschappelijk talent om dé ideale aankleed-formule uit te zoeken met als variabelen de buitentemperatuur, je lichaamstemperatuur, aantal lagen kledij (zowel voor jou als voor baby) en het stoof-effect van een draagzak.
  • knuffels. Niet van baby’s, want die hebben amper kracht in hun armen. Met veel geluk molenwieken ze eens per ongeluk één hand richting je nek (en dat is dan nog eens heel pijnlijk, met die vlijmscherpe nageltjes). Ik heb het over volwassen knuffels. Vooral die van je lief, weet je nog. Ook (vooral?) op momenten dat je onder de zure melk hangt en nog altijd niet hebt kunnen douchen.
  • openbaar vervoer zonder hoestende/rochelende medemensen. En als het even kan mét medepassagiers die je bemoedigend een knipoogje toewerpen.
  • kleine gelukjes. Net wanneer je slechte dingen begint te denken over de schattigheid/wenselijkheid van je nageslacht, produceert ze een gek dolfijnenpiepje of een rare Jurassic Park-achtige kreun of kijkt ze je aan met een koppie waar je toch weer om moet grijnzen.
  • een vriendelijke badkamerspiegel die je een goed gevoel geeft. Is dat niet het geval, stop met kijken en ga iets leuks doen/eten. Het heeft geen zin om te blijven turen tot je ongelukkig wordt – met de tijd slijten die kilo’s wel en vervagen de andere neveneffecten. En is dat niet zo, dan is dat ook maar zo. Folteringen, dat zijn pas problemen. Zie jezelf graag.
  • zelfrelativering. Zing het onnozel liedje en doe het onnozel dansje als je baby daar rustiger van wordt. Google die bizarre vraag, niemand gaat dat weten (je krijgt misschien wel wat rare reclameboodschappen op Facebook). Het doel heiligt de middelen.
  • schepjes moed. De eerste lange autorit, de eerste keer samen op pad met de draagzak, en nog tientallen anderen eerstes. Er is altijd een deel van je dat denkt “Mmmmofikblijfgewoonthuis”. Toch doen.
  • de kracht om zonder enig sarcasme dingen te zeggen waar je pre-baby-zelf je meewarig voor had aangekeken, zoals “Drie uur aan een stuk geslapen, zalig!”.
  • zeeën van tijd. Op een pruttelend tempo en met onwaarschijnlijk repetitieve handelingen (verversen, voeden, vasthouden x 10000) dag na dag vullen, ik gun het iedereen. Dat gezegd zijnde, er is niks mis met een paar plannen/verplichtingen in je agenda. “GENIET VAN ELK MOMENT EN STAAR CONSTANT NAAR DAT GEZICHTJE DAT ELKE MINUUT OUDER WORDT” is op zich zeker geen slecht advies, maar het mag ook geen zuurstofloos harnas worden.
  • Luxe in je eigen kot. Verse koffie met een éclairtje of een groot, assymmetrisch stuk Tony Chocolonely. Een lange hete douche met fancy ass producten.
  • een voorliefde of op z’n minst een gezonde fascinatie voor lichaamsfuncties ende -sappen. Onwaarschijnlijk veel gesprekken gaan plots over volle pampers en luide protten. And you will genuinely care.
  • Een grote portie “meh”. Ik was gisteren voor het eerst met Frances in de bib. Om een boek terug te brengen dat al een week te laat was en waar ik geen halve pagina van heb gelezen. So be it. Dat was dan niet de dag waarop ik de grootste doorbraak van mijn leven meemaakte. Ooit lees ik ongetwijfeld wel weer boeken. Op z’n minst een knisperboekje.
  • Een tof en simpel ritueel. Voor mij is dat bijvoorbeeld de postbus checken – zo rond 14u (de postbode komt hier gigantisch laat). Vaker wel dan niet zit er een leuk kaartje in of een postpakketje met een babycadeau. Altijd de max. En ik moet er mij niet eens voor aankleden!
  • Een lievelingskleur die NIET geel is. Was dat wel jouw favoriet, dan is de kans groot dat die kleur vanaf nu voor eeuwig verpest is.
  • de helderheid van geest om het luide huilen niet persoonlijk te nemen of onmiddellijk te willen oplossen. Tenzij je baby een beetje abnormaal is, zal hij/zij hoe dan ook een portie van de dag doorbrengen met huilen. Het was leuker geweest als baby’s zouden spinnen of ronken om te communiceren, maar Moeder Natuur koos voor een schel gekrijs dat je hersencellen doet knappen. Bedankt daarvoor. Als je een lange huilbui zonder verpinken aan kunt, teach me how.
  • genoeg overschotliefde voor je huisdier(en). Ik moet toegeven dat ik Achiel de voorbije weken onmiskenbaar op de laagste trede heb gezet. Zijn tot waanzin drijvend getreuzel bij elke deur (terwijl we ons best doen om het in de juiste kamers lekker warm te houden), zijn oneindige haarverlies (de witte kat hadden we al voor we ergens gingen wonen met een zwarte trap), zijn neiging om mee te miauwen met een huilende Frances (géén moment waarop je nog meer gejengel wil horen), zijn gewoonte om voor en tussen je voeten te lopen (Not.While.I.Am.Holding.The.Baby), zijn immer lege eetkommetje (terwijl er tientallen korrels omheen gestrooid liggen, maar die voldoen blijkbaar niet, en je al de hele dag bezig bent met een ander wezen van 4 kg eten te geven) – het stak me de voorbije weken allemaal geweldig tegen. En hoe zacht hij is, werd toch ineens relatief nu ik weet hoe zacht een babyvelletje echt is. Maar stilaan worden we weer vriendjes. Het helpt dat hij er vaak niet is.
  • de ruimte om af en toe eens naar de bodem te zinken. Geen paniek als je een aambeeld op je hoofd krijgt. Als je even heel diep wil zuchten en je verliezen in tollende gedachten over je leven en de wereld en de toekomst. Laat ze toe, zwem verder. Wat vandaag waar en onontkoombaar aanvoelt, is dat morgen misschien niet meer.
  • bescheiden stijl-dromen. Ik kleed Frances uiteraard liefst mooi, maar of dingen perfect (bij elkaar) passen voor maximale snoezigheid is voorlopig zwaar ondergeschikt aan “is het proper/warm genoeg/voorhanden”. Op sommige dagen is het redelijk raak en dat is goed genoeg.
  • massaal veel toffe peren om je heen die je kindje, net als jij, overspoelen met gekke bijnamen en warme knuffels. Die spontaan taakjes overnemen, leuke cadeaus maken en geven, zonder verpinken onsmakelijke verhalen aanhoren, blijven vragen hoe het met je gaat en meeleven op de mindere momenten. Je staat er nooit alleen voor.
  • En nog een fijn weekend!

 

Getagged

Alleen

Ik hoor de voordeur toegaan. Simon en Frances wandelen/buggy-en naar het Elisabethpark, ik neem voor de zekerheid de bus. De bevalling is nog niet zo lang geleden en ik weet niet zeker of een dik kwartier heen én daarna terug stappen fysiek zo’n strak plan is. Langzaam opbouwen, zei de vroedvrouw. Niet alleen de bodem van mijn lichaam moet weer helemaal aansterken, ook die onder mijn voeten was ik precies even kwijt. Op de best mogelijke manier, maar toch.

Spontaan begin ik wat spullen bij elkaar te rapen – een extra mutsje, haar groene dekentje met witte wolken, tiens, de oplader van onze camera zit nog in mijn tas – tot ik besef dat ik zo ongeveer voor het eerst in 14 dagen alleen ben. Echt alleen. Beetje onwerkelijk. Dat ik bovendien een jeans aan heb (een heel stretchy exemplaar) die voor Echte Broek kan doorgaan is helemaal trippen. Goed bezig, lichaam. Ik begin je langzaamaan weer te herkennen, een paar nieuwe features daar gelaten.

Ook aan de bushalte is het even aanpassen. Ik heb hier tijdens mijn laatste trimester vaak staan wachten, met mijn kolkende buik. Ik kan weer een pak vrijer bewegen, maar ik hoop nog steeds op een zitplaatsje. Het ruikt hier ENORM naar uitlaatgassen. Het wordt al een beetje donker. Ik denk aan roekeloze auto’s en de buggy en probeer de doembeelden uit mijn hoofd te bannen. Niemand op deze bus weet dat dit mijn eerste solo-tripje is. Ik ontspan mijn schouders.

Ze doet het zo goed. Ze kan luid krijsen, maar net zo goed komt dat smoeltje op twee seconden weer helemaal tot rust, eens we uitgevogeld hebben wat ze nodig heeft. Ze kan heerlijk rustig op een arm liggen soezen, high on milk, met wegdraaiende ogen. Ze snapt dat het verversen achter de rug is zodra de tweede pamperplakker vast zit. Na een paar omwegen lijkt het toch goed te komen qua borstvoeding – ze drinkt zelfs in het magazijn van Dreambaby. Tetradoeken, waar ik op voorhand maar niet echt van begreep waar ze voor dienden, hangen standaard over een schouder of de dichtstbijzijnde stoel. Simon en ik gaan nooit meer een trap op of af zonder een handvol objecten om in de was te doen, in de kast te leggen, weg te gooien of terug te plaatsen. We zeggen nog altijd tegen elkaar dat ze toch prachtig is en zacht en werken haar nu al op de zenuwen.

Ik kijk even rond – een arbeider in fluogeel, een opgeschoten tienerjongen, een zwarte man op leeftijd die diep zucht wanneer zijn telefoon rinkelt – maar ik besef gelukkig op tijd dat het in de buitenwereld niet de bedoeling is om beaat glimlachend lang naar gezichten te staren en ze duizend kusjes te geven. Het is bloedheet op deze bus – of ben ik gewoon veel te warm aangekleed? Het is 6 graden buiten, dat is wel ok voor baby’s, toch? Het vriest niet en ze is goed ingepakt. Ik stuur snel een berichtje: “onderweg”. Dat zijn we, met ons drieën. Al twee weken.

Getagged

Eén week Frances

  • Body maat 48
  • Baby niezen normaal
  • Baby niezen geel snot normaal
  • Pasgeboren baby hik
  • Pasgeboren baby hik echt heel vaak
  • Wanneer pasgeboren baby wassen?
  • Temperatuur badje baby (37)
  • Zwitsal ingrediënten
  • Hoeveelheid borstvoeding pasgeboren baby
  • Pasgeboren baby krampjes
  • Pasgeboren baby buik masseren zonder navelstompje pijn te doen
  • Hoe goed ziet een baby
  • Ziet baby baard beter dan niet-baard
  • Kleur ogen baby verandering
  • Pasgeboren baby koude voetjes normaal (jep)
  • Pasgeboren baby oranje in pamper normaal (jep)
  • Effect bier borstvoeding
  • Effect Ed Sheeran borstvoeding
  • Baby anti tepel vijand
  • Kraamkost magische smaak
  • CM openingsuren
  • Thuiszorgwinkel Meise
  • Hoeveel pampers per dag (8)
  • Baby sharting
  • Babywinkel vanderstraeten
  • Afgekolfde melk houdbaarheid kamertemperatuur
  • Baby sharting vooral bij papa
  • Hema droogrek fles (nope)
  • Wanneer baby rijksregisternummer
  • Relax baby vanaf wanneer (in het begin niet te lang)
  • Baby vanaf wanneer fopspeen
  • Baby vanaf wanneer glimlach
  • Baby vanaf wanneer de ALLERBESTE (vanaf het begin)
Getagged