Maandelijks archief: augustus 2020

The summer of two and a half

117118510_10164209889125372_7351865456435841341_o

In het park.

  • Welke kant moeten we uit om naar huis te gaan, Fran?
  • Die!
  • Nee, het is de andere kant.
  • POTFEDOMME!
  • Franneke, dat is niet…
  • (loopfietst naar de uitgang van het park) POTFEDOMME POTFEDOMME!

Aan de glijbaan.

  • Lukt het schat?
  • LAAT MIJ DOE-HOEN.
  • Ok. Goed zo, pop.
  • Mama, je moet niet altijd roepen op mij.
  • …? Ik roep toch niet? Ik moedig je gew…
  • GA weg, allez, achteruit! ACHTERUIT.
  • (kijkt even rond om in schatten exact hoe judgy de blikken van de andere ouders zijn)

Onderweg.

  • STOP STOOOOOOOOOOP!
  • (Hele straat kijkt om. Wij staan stil.)
  • (Fiets of stapt ons voorbij) Ik heb gewonnen!

Wherever.

  • Niet mee gooien, schat, dan gaat het stuk.
  • (Ze gooit. Het gaat stuk.)
  • Blijf eens bij ons.
  • (Ze loopt hard weg)
  • Eet eens met je vork.
  • (Ze eet met haar handen en wordt boos dat er eten aan haar vingers hangt)
  • Niet doen, zo doe je je broer pijn.
  • (Ze doet voort. Haar broer kajiet)
  • Houd je bellenblaas mooi rechtop.
  • (Binnen de minuut is al het zeepsopwater opgeslorpt door de grond)
  • Pas op, zo ga je vallen.
  • (Moet ik het nog zeggen?)

Aan tafel.

  • Ik wil die kaas!
  • Die lust jij niet.
  • (totale hysterie)
  • Fine, hier.
  • (knibbelt 3 seconden lang). Ik heb gi-noeg. (Legt afgekloven kaas op mijn bord)
  • (Drinkt slokje koffie)
  • Mama, eet jouw kaas eens op. Zo kunnen wij niet bravo doen.

Aan tafel (part 2)

  • Ik wil zelf smeren! (schept 300 gr boter uit het vlootje en begint die recht van het mes op te likken) Nu moet jij smeren.
  • (smeert)
  • NEE MET JOUW MES. Ik wil dat er op. IK GA DAT ZELF PAKKEN AAARRHGL. Ok. Nu moet jij de korsten wegdoen. NEE MET MIJN MES. Nu nog dat. LAAT MIJ DOEN.
  • Oui, chef.
  • (kijkt naar customised boterham die volledig volgens haar wensen is klaargemaakt). Ik wil een letterkoek. Nee, vijf.

In de auto.

  • Mama, ik wil ‘in the jungle’ horen.
  • (Vader zet ‘The lion sleeps tonight op’, merci Spotify)
  • *In da jungel de maaitie jungel slaapt de leeuw vanachter*
  • Het is vannacht, schat.
  • AWIMAWE AWIMAWE AWIMAWE AWIMAWE
  • (probeert een volzin te zeggen tegen vader)
  • MAMA MIJN SPEEEEEL!
  • (draait zich in onnatuurlijke bochten om haarspeld op te rapen en terug te geven)
  • OOOH MIJN DRINKBUS!!
  • Zoetje, ik kan niet alles oprapen de hele tijd. Als we aangekomen zijn, kan ik hem teruggeven.
  • (frutstelt weer in haar haar) MIJN SPEL IS LOOOOOS!

Voorleesmoment.

  • Jij moet daar zitten. NEE DAAR. Ja. NAAST HET DEKEN NIET OP HET DEKEN!
  • Rustig aan.
  • Ok. En nu jouw benen zo. Anders kan ik niet goed zitten. Zo ja, heel goed, mama. Flink. NEE NIET DE BOEKEN PAKKEN IKGADATDOEN!
  • Niet zo luid, schat, je broer slaapt al.
  • (Laat boek met een harde klap vallen op de grond) Ok. Zo vastpakken, mama, met jouw twee handen. Ok, begin maar.
  • Dit boek gaat over een heel groot…
  • PAARD!
  • Shh, een beetje stiller. Heel goed, een paard.
  • LAAT MIJ EENS DOEN.
  • (baby wordt wakker en begint te huilen).
  • Mama, MILES IS WAKKER!

De middagdut

  • Fran, kom eens hier.
  • (loopt weg)
  • Ga maar liggen.
  • (Springt als een vlo op en neer op het bed)
  • Stop ermee, ik wil dat jij gaat liggen.
  • (Giert het uit)
  • Fran, ik lach er niet mee. Het is tijd om te slapen.
  • IK WIL VIER VERHALEN.
  • Vanavond krijg jij verhalen, als we kort gaan slapen zijn er geen verhalen.
  • (Springt nog steeds op en neer)
  • Kom. Hier. Stop met springen.
  • Ik wil mijn beer.
  • Hier.
  • Ik wil drinken.
  • Hier.
  • Ik wil nog een warme fles melk.
  • Melk is voor ’s avonds.
  • Ik wil nog een liedje.
  • (zingt Old McDonald had a chocoladepudding, een eigen remix)
  • En nu nog een liedje!
  • Het is goed geweest, Fran, nu doe je je ogen dicht en ga je even slapen.
  • IK BEN WAKKER.
  • Dat weet ik, dat is net het probleem.
  • En als ik een aap was, mama?
  • Dan kreeg jij een banaan en zou ik jou nog altijd graag zien, maar nu moet je…
  • EN ALS IK EEN STINKDIER WAS MOEST IK IN BAD MET ZEEP.
  • Ja. Mama gaat weg, ga nu eens rustig liggen.
  • MIJN DEKEN IS NIET GOED.
  • Dat is omdat je niet stopt met wriemelen, houd je benen nu eens stil. Zo. Slaapwel.
  • MAMA.
  • Wat?
  • Mama.
  • Wat is er?
  • Mama.
  • Ja?
  • Mama.
  • Ik ga weg, slaapwel.
  • NEE MAMA. Als ik een aap was?
  • Ik kan het me amper voorstellen, maar dan was je nog altijd mijn vriend.
  • I laf you mama.
  • I love you too, schat.
  • POTFEDOMME.