Maandelijks archief: juni 2019

Weg

Alles liep gesmeerd. Kind 1 had geleerd de trap op te klauteren, kon steeds beter alleen eten en sliep als een bedwelmde boterbloem. Net nu ik de laatste bocht van mijn zwangerschap inga en het buiten 100 graden is, is dat kind spoorloos verdwenen. Ze wordt plots een volle 2 uur vroeger wakker, wil constant opgepakt worden en op schoot (alvast sorry kind 2, voor al die kleine knie- en elleboogstootjes en de minder uitgeruste moeder, ik probeer je echt zo goed mogelijk te beschermen – en nu we toch aan het praten zijn, meet your big sister) en moet bij elke hap bedolven worden onder de aandacht en de bravo’s of ze keilt haar menu ijskoud de grond op.

Volgens ‘Oei ik groei’ leerde ze tijdens haar laatste sprong onder meer dat ze een eigen wil heeft, macht heeft en dat mama en papa aparte mensen zijn. JA NOGAL. Ons leven is plots zo’n fotogallerijtje van ‘peuters die huilen om dwaze dingen’. Badpak aan = waanzinnig onrecht. Badpak een paar uur later weer uit = een nog veel groter onrecht. Verversen = alligatorworstelen. Ze ging altijd graag in bad, maar dat is plots een onmenselijke foltering (In een zwembad een emmer water over zich heen krijgen, zero issues). Uit de buggy getild worden bij aankomst thuis = belachelijk (ze blijft er dus nog even in zitten, in de gang, als een weirdo). Eender welke ouder die de kamer verlaat = ALARM. (We kijken altijd samen aan het raam hoe papa ’s ochtends naar het werk vertrekt en toch vraagt ze daarna nog een keer of 23 waar hij is. WEG SCHAT WEG IN GODSNAAM JE HEBT HEM ZELF DOOR DE POORT ZIEN… zucht. Kalm blijven. Papa is weg met de brommer, lieveling. Ja, de brommer, ja). Een willekeurig stuk fruit of een paraplu meenemen naar de crèche = standaardprocedure of er wordt de hele route lang gekrijst (ook al regent het niet en wordt het fruit niet opgegeten). Geen broodmes uit de vaatwas mogen halen dat langer is dan haar eigen arm = WOE IS ME. Ze blijft altijd mijn allermeest favoriete kindje op Aarde, maar ik heb een maximaal absorptievermogen qua meltdowns per uur, zo blijkt.

FC_Image_1x_tantrum

Toen ik onlangs bij de vroedvrouw passeerde, vroeg ze hoe het ging en ik hoorde mezelf zeggen: ‘Ze heeft dus nogal weinig tolerantie voor…alles, eigenlijk.’ Ze heeft de dramatische kracht van ‘auw’ en ‘oei’ ontdekt en zet haar Weltschmerz extra in de verf met gepijnigde wenkbrauwtjes en een naar lucht happend vismondje die hun eigen Emmy verdienen. (Public Service Announcement: afkeurende blikken/opmerkingen van andere mensen of advies in de trant van ‘Je moet het anders aanpakken’ maken het echt gewoon erger. Negeer het gewoon, alstublief, of neem haar 5 minuten van ons over of zeg dat het bij jullie ook wel eens zo is, dát helpt. Het is niet dat ze anderen pijn doet of de boel afbreekt – ze is gewoon heel jammerig. We zoeken onze weg, danku).

Haar grootouders krijgen nog de oude versie over de vloer. Die zeggen dat het zo’n gemakkelijke logee is en vragen per sms of ze haar ‘stilaan moeten wakker maken want ze slaapt nog altijd’. UITERAARD. Ik weet dat het de leeftijd is. Dat ze in de crèche van de baby’s naar de peuters is overgestapt en dus plots bij andere verzorgsters is, met alleen oudere kindjes en nieuwe rituelen. Dat ze waarschijnlijk ergens aanvoelt dat er thuis ook iets groots staat te gebeuren. En dat het dus heel logisch is dat ze haar hielen in het zand zet en probeert te controleren wat ze kan controleren. Dat het een compliment is dat ze ons zo graag bij zich wil en al haar emoties bij ons uitstort. En dat ze moe is van al dat groeien. Het helpt niet om te roepen tegen iemand die vastzit in haar eigen kleine storm.

a520958e-a8df-48be-b96f-88b38796744e

Ik probeer haar zo veel mogelijk te troosten en te helpen, als wijlen prinses Di in een mijnenveld, maar ik sleep ook een ander kindje mee en heb helaas geen oneindige voorraad rust en geduld en milde moederheid om elk spreekwoordelijk en arbitrair kiezeltje in haar schoen uit de weg te ruimen.

 

Ik denk dat we na de voorbije weken stilaan weer in een opgaande lijn zitten. Ze wordt nog altijd ridicuul vroeg wakker, maar het aantal crisissen daalt gestaag en ze duren minder lang. Ze klimt al weer eens een trap op, zodat ik mijn armen voor iets anders kan gebruiken. Ze gebruikt woorden in plaats van meteen tilt te slaan. Ze geeft haar speelgoed opnieuw een kans, haalt weer schelmenstreken uit en gaat mee in de onnozele lolletjes van haar ouders. Ze weet op welke fronten we echt niet toegeven (hand geven op straat, niet rondlopen met scherpe objecten, the usual) en legt zich er bij neer. Ze gaat gewoon naar bed in plaats van eerst nog zachtjes in slaap gewiegd te willen worden. Ik houd mijn hart vast voor hoe ze na een lange zomer thuis de start van een nieuw schooljaar & kort daarna een nieuwe huisgenoot gaat verteren, maar voorlopig ben ik dankbaar voor elk uurtje dat passeert waarin we elkaar vinden.