Delicat

Ik laat mijn blik dwalen over het boekenrek, sectie theaterstukken. Even registreer ik “The Great Warmachine” als “The Great Wasmachine”. Wel, ja. Zo voelt het ongeveer in mijn hoofd, de laatste weken. Gedachten smijten zich te pletter tegen het glas, worden bruut weggetrokken en overspoeld door alweer een nieuwe golf, alles klotst en uiteindelijk blijft niets overeind. Ik ben niet verstaanbaar en ik krijg niets scherp in zicht. Hoeveel tijd heb ik en wat doe ik er mee? Heb ik al te veel tijd verspild? Hoe gooi ik dat roer om? Op wie kan ik rekenen, echt? Ben ik zelf wel goed genoeg om op andermans verjaardagskalenders – waarom hangen die trouwens zo vaak op de WC? – te belanden? Wat kan ik, wat kan ik worden? Welke fouten maak ik en welke boetes betaal ik ervoor? Met elke vraag wordt mijn hoofd vuiler.

Headspace, hoor ik van lieve mensen. Dàt heb je nodig. Ik installeer de sobere oranje bol op het scherm van mijn telefoon. Een app die je helpt om te mediteren, of je nu op de vloer van je badkamer zit, op de fiets of in een luchthaven. “Hi, my name’s Andy” zegt een kalme stem met een Brits accent. Hij raadt me aan om een plek te zoeken waar ik tien minuten ongestoord en in relatieve stilte kan zitten. Ik kies de WC, het kleinste kamertje voorhanden. Andy raadt me aan om elke dag op dezelfde plek en hetzelfde moment te mediteren, liefst “first thing in the morning”. Aan alles is gedacht: je kan meer mindful worden terwijl je kookt, terwijl je eet, er is een sessie voor mensen met vliegangst en een snelle SOS-oefening voor noodsituaties. Een korte cyclus, voor als het je te heet onder de voeten wordt.

IMG_4630

De deur van de WC glijdt open. Een donzig wit pootje. Daar is mijn meester van de mindfulness. Uiteraard kon hij me geen tien minuten space geven. Sinds hij bij ons introk, heb ik niet één keer privé kunnen plassen. We kijken elkaar aan. Het beestje is genetisch belast met een chagrijnige kop, maar hij lijkt me bovengemiddeld tevreden. Met de uitzondering van de deurbel en de stofzuiger heeft hij geen vijanden. Hij heeft niets te bewijzen. Zijn adem stinkt naar kant-en-klaarmaaltijden, zijn rechteroog loenst en hij ruift het hele huis onder maar toch vindt hij zichzelf altijd een even grote kanjer. Zonder gêne likt hij elke centimeter van zijn lichaam – achterpoot stijf omhoog als een Nazi-armpje – en ik weet wel zeker dat ik niemands anus al zo vaak zo dicht bij mijn gezicht heb gehad. Hij legt zich rustig aan mijn voeten. Terwijl ik mijn vingers laat kraken, strekt hij zijn achterpoten, zijn teentjes uiteengesperd en lichtjes trillend. “Hoe moet het nu ooit goedkomen met mijn leven, lieve schat, als jij mij altijd stoort?”. Hij toont mij zijn witte roefelbuik. Brandschoon.

Getagged , , , , , ,

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: